Skip to main content Skip to footer

1 INLEIDING

1.1    Doel farmacovigilantie

De Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organisation, WHO) definieert farmacovigilantie (ook wel geneesmiddelenbewaking) als “de wetenschap en activiteiten gerelateerd aan de detectie, beoordeling, inzicht en preventie van bijwerkingen of elke andere mogelijke geneesmiddel-gerelateerde problemen”. Het doel van veterinaire farmacovigilantie is het continu beoordelen van de baten-risicobalans van een diergeneesmiddel, waarbij wordt afgewogen of de baten (diergezondheid en -welzijn) opwegen tegen de mogelijke risico’s (volksgezondheid, diergezondheid en -welzijn en het milieu). 

Op het moment dat een diergeneesmiddel na toelating op de markt wordt geïntroduceerd, is de kennis daarover vaak nog beperkt. De klinische studies voor de toelating van het diergeneesmiddel worden uitgevoerd met kleinere aantallen dieren, waardoor zeldzame bijwerkingen mogelijk nog niet ontdekt zijn. Daarnaast worden de studies uitgevoerd in een gecontroleerde omgeving of in een veldstudie met weer een relatief klein aantal dieren. Na toelating wordt het diergeneesmiddel gebruikt in grote aantallen patiënten met mogelijk nog andere onderliggende aandoeningen, een therapeutisch plan met verschillende andere diergeneesmiddelen en de mogelijkheid van gebruik in andere diersoorten waarvoor het niet is toegelaten (volgens de zogenaamde cascade). Naast het beoordelen van de baten-risicobalans, is daarom een ander belangrijk doel van veterinaire farmacovigilantie het vergroten van de kennis over een product, wat dierenartsen en houders/eigenaren van dieren in staat stelt het product zo veilig en correct mogelijk te gebruiken. 

1.2    Reikwijdte farmacovigilantie

Veterinaire farmacovigilantie is van toepassing op alle geregistreerde diergeneesmiddelen. Een diergeneesmiddel is elke stof of combinatie van stoffen die aan ten minste één van de eigenschappen heeft (VO 2019/6, art. 4(1)):
     a)   Hebben van therapeutische of profylactische eigenschappen met betrekking tot ziekten bij dieren;
     b)   Bestemd zijn voor het herstellen, verbeteren of wijzigen van fysiologische functies bij dieren door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te hebben;
     c)   Bestemd zijn voor het stellen van een medische diagnose bij dieren;
     d)   Bestemd zijn voor euthanasie bij dieren. 
Hieronder vallen niet supplementen of instrumenten, supplementen worden bijvoorbeeld geregistreerd en gemonitord volgens de verplichtingen van Verordening (EG) 1821/2003. Alle Nederlands geregistreerde diergeneesmiddelen zijn terug te vinden op de Diergeneesmiddelen informatiebank van het Bureau Diergeneesmiddelen (BD, onderdeel van het aCBG). Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2019/6, heeft het Europees Medicijn Agentschap (European Medicines Agency, EMA) ook de Union Product Database (UPD) opgezet. Hierin staan alle diergeneesmiddelen die in een lidstaat van de Europese Unie (EU) zijn geregistreerd. 

De wettelijke verplichtingen voor farmacovigilantie van diergeneesmiddelen die zijn toegelaten in Nederland, zijn vastgelegd in Verordening (EU) 2019/6 Hoofdstuk 4, Afdeling 5 (artikel 73 tot en met 81) en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1281. Aangezien de Europese Verordeningen rechtstreeks van toepassing zijn, is er bijna geen specifieke Nederlandse wetgeving meer over dit onderwerp. Hier is bewust voor gekozen in het kader van harmonisatie van de diergeneesmiddelenwetgeving in de EU. Voor handelsvergunninghouders van homeopathische diergeneesmiddelen gelden dezelfde verplichtingen in het kader van farmacovigilantie als de wetten die gelden voor diergeneesmiddelen (VO 2019/6, art. 2(5)), net als voor handelsvergunninghouders van diergeneesmiddelen met een vrijstelling voor registratie volgens Verordening (EU) 2019/6, artikel 5 lid 6. De verplichting om aan farmacovigilantie te voldoen is een onlosmakelijk deel van de vergunning om een diergeneesmiddel op de markt te verkopen (de toelating). Het verdient aanbeveling om een vergelijkbare werkwijze te hanteren voor andere veterinaire gezondheidsproducten dan diergeneesmiddelen. 

Ondanks de mogelijkheid van verschillende procedures voor het aanvragen van een toelatingsvergunning (nationaal, decentraal, wederzijdse erkenning, centraal) zijn de verplichtingen voor farmacovigilantie voor elk toegelaten diergeneesmiddel (en voor diergeneesmiddelen met een vrijstelling die vallen onder VO 2019/6, art. 5(6)) gelijk.  
 

1.3    Opzet handboek

Voor 28 januari 2022 moest voor elk diergeneesmiddel met bepaalde regelmaat een periodiek veiligheidsrapport (Periodic Safety Update Report, PSUR) worden ingediend. Dit was een periodieke evaluatie van de veiligheid van een diergeneesmiddel. Met inwerkingtreding van Verordening (EU) 2019/6 en Uitvoeringsverordening 2021/1281 op 28 januari 2022, veranderde het farmacovigilantie proces drastisch, aangezien werd gekozen voor een continu signaalbeheerproces. Dit signaalbeheerproces wordt opgedeeld in ten minste signaaldetectie, -prioritering, -validatie, 
-beoordeling, en de documentatie van de resultaten daarvan (VO 2021/1281, art. 17(1)) en kent een op risico’s gebaseerde aanpak. Het handboek zal elk van deze en enkele andere relevante onderdelen kort behandelen in de verschillende hoofdstukken op basis van de Verordening (EU) 2019/6, Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1281 en de richtlijnen (guidelines) voor goede veterinaire farmacovigilantie praktijken (Veterinary Good Pharmacovigilance Practices, VGVP) die zijn opgesteld door de EMA (zie Bijlage V). In deze richtlijnen is indien nodig aanvullende informatie te vinden over farmacovigilantie. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een checklist waaraan een handelsvergunninghouder moet voldoen voor het in dat hoofdstuk beschreven onderdeel. De complete checklist is ook als bijlage terug te vinden (zie Bijlage II). Daarnaast bevat het handboek een flowchart om het signaalbeheerproces overzichtelijk te maken (zie Bijlage I). 
 

1.4    Doel handboek

Dit handboek biedt een handvat voor het uitvoeren van veterinaire farmacovigilantie in de praktijk. Het proces van farmacovigilantie is op een handzame manier omschreven, met verwijzingen naar de oorspronkelijke wetteksten. Ter vergemakkelijking van het actueel houden van dit handboek, wordt het uitsluitend digitaal aangeboden aan de leden van de Fidin. In het kader van transparantie wordt het ook gepubliceerd op de website van de Fidin. Het handboek zal ten minste jaarlijks worden herzien met als doel het actueel te houden.