Skip to main content Skip to footer

Het belang van vaccinatie voor de diergezondheid

Vaccinatie van dieren is een effectief middel om ziekten die zowel mensen als dieren bedreigen, te voorkomen en de ernst ervan te verminderen. De volgende uitbraak is geen kwestie van ‘of’, maar van ‘wanneer’. Als er proactieve strategieën zijn ingevoerd, kan 2025 een keerpunt betekenen in het terugdringen van de uitbraken van dierziekten, het veiligstellen van economieën en het waarborgen van de gezondheid van dieren en mensen. Zie: Without a clear animal vaccination strategy, the next outbreak could be a disaster.

Mond- en Klauwzeer (MKZ): Op vrijdag 10 januari 2025 werd bekend dat er bij waterbuffels in Duitsland, in de deelstaat Brandenburg, MKZ is vastgesteld. In Nederland heeft de NVWA direct een risicoanalyse uitgevoerd om vast te stellen of er dieren vanuit het besmette gebied naar Nederland zijn verplaatst. Vooralsnog lijkt dit niet het geval te zijn. Vaccinatie tegen MKZ is in principe verboden. De EU-wetgeving staat echter noodvaccinaties toe, waar de lidstaten gebruik van kunnen maken. In Duitsland wordt (ring)vaccinatie overwogen als een tweede uitbraak mocht plaatsvinden. Daarvoor zijn vaccins die geschikt zijn voor het gedetecteerde serotype beschikbaar in de MKZ-antigeenbank van Duitsland. Ook in Nederland worden voorbereidingen getroffen voor het geval noodvaccinaties noodzakelijk zijn. 

Diergezondheid en dierziekten in Nederland: Eind december heeft de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) aan de Tweede Kamer een brief gestuurd over de volgende onderwerpen:

Blauwtong: Er zijn nog steeds meldingen van besmettingen met het blauwtongvirus (BTV), voornamelijk serotype 3 (BTV-3) en op 12 bedrijven serotype 12 (BTV-12). Er wordt onderzoek gedaan naar de verspreiding en kenmerken van deze serotypen. Daarnaast doet de GD onderzoek naar de gevolgen van de besmettingen met BTV-3 op rundvee- en schapenbedrijven, waarbij de verschijnselen op die bedrijven in kaart wordt gebracht. Daarbij wordt ook het effect van vaccinatie onderzocht. Ten slotte wordt er onderzoek uitgevoerd naar de financiële draagkracht van de schapenhouderij.

Infectieuze boviene rhinotracheïtis (IBR): De voorbereidingen voor de nationale bestrijding van IBR zijn in volle gang. De invoering van de regelgeving wordt echter uitgesteld tot 1 januari 2026.

Boviene virus diarree (BVD): Er is overeenstemming bereikt met sectorpartijen over het tijdspad voor de bestrijding van BVD. Het nationale bestrijdingsprogramma zal naar verwachting op 1 januari 2027 in werking treden. De verwachting is dat de EU-vrijstatus op zijn vroegst op 1 januari 2032 kan worden aangevraagd.

Afrikaanse varkenspest (AVP): Er zijn verschillende acties ondernomen om de introductie van AVP te voorkomen en om voorbereid te zijn op een mogelijke uitbraak. De taskforce AVP blijft actief en er worden oefeningen georganiseerd om de bestuurlijke betrokkenheid te verbeteren.

Uitgifte paardenpaspoorten: Vanaf 1 juli 2025 verandert het proces rondom de uitgifte van paardenpaspoorten om fraude te voorkomen en de professionaliteit te verhogen.

RDA zienswijze ‘Gezondheid van productiedieren op de agenda’: De Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) heeft aanbevelingen gedaan voor zowel gereguleerde als niet-gereguleerde infectieziekten. De RDA doet daarnaast aanbevelingen over onder andere diergeneesmiddelen, diergeneeskundigen en onderzoek. De minister ondersteunt veel van deze aanbevelingen en werkt samen met sectoren en kennisinstituten om de gezondheid van productiedieren te verbeteren. 
Ten aanzien van diergeneesmiddelen neemt de minister de aanbeveling om een lijst op te stellen van essentiële diergeneesmiddelen voor productiedieren niet over. De beschikbaarheid van medicijnen wordt bepaald door de internationale markt. In de EU-diergeneesmiddelenverordening zijn stimulansen opgenomen om de beschikbaarheid van diergeneesmiddelen te verbeteren, zoals de cascaderegeling. De minister verwacht dat een Nederlandse versie van een lijst essentiële diergeneesmiddelen geen invloed zal hebben op de productontwikkeling en is bereid om bij te springen waar nodig, zoals dat is gedaan bij de ontwikkeling van vaccins tegen vogelgriep en blauwtong.